2. Right-size workloads
Een van de grootste fouten bij cloudmigratie is alles één-op-één verplaatsen. Dat leidt vaak tot onnodige kosten.
De cloud geeft je de mogelijkheid om precies de juiste capaciteit te gebruiken: stem resources af op de werkelijke behoefte in plaats van op piekschattingen.
Autoscaling zorgt dat je alleen betaalt voor wat je echt gebruikt. Een VM met 32 cores en 128 GB RAM die je vandaag nodig hebt, is morgen misschien veel te groot. Nieuwere CPU-versies zijn efficiënter, waardoor right-sizing makkelijker wordt.
Onthoud: elk bedrag dat je bespaart op infrastructuur kun je herinvesteren in innovatie.
3. Moderniseer
Monolithische apps bestaan vaak uit front-end, middleware en back-end lagen. Door deze onderdelen bijvoorbeeld in een microservices-architectuur onder te brengen, wordt je flexibeler: je kunt componenten apart beheren, schalen en updaten.
Moderniseren naar PaaS of microservices verhoogt wendbaarheid, veerkracht en snelheid:
- PaaS neemt infrastructuurbeheer uit handen, zodat jij je op code kunt richten.
- Microservices bieden fijnmazige schaalbaarheid.
Modernisering is effectief als het doelgericht wordt toegepast, maar kan extra complexiteit met zich meebrengen. Het is vooral geschikt voor apps die snel moeten schalen of vaak veranderen.
4. Beschikbaarheid
Microsoft Azure biedt een indrukwekkende uptime van 99,99979%, maar dat betekent niet automatisch dat je bedrijf beschermd is bij een ramp. Beschikbaarheid gaat verder dan alleen “uptime”; het gaat om continuïteit van je bedrijfsprocessen. Azure biedt verschillende opties:
- Local: beschermt tegen hardwarestoringen binnen een datacenter.
- Zonal: beschermt tegen uitval van een datacenter.
- Regional: bereidt je voor op grootschalige calamiteiten.
Je kunt zonal en regional combineren voor maximale bescherming over meerdere regio’s en meerdere datacenters per regio. Ontwerp altijd voor het niveau van beschikbaarheid dat jouw bedrijf nodig heeft.