Governance wordt vaak vergeten maar is minstens zo belangrijk als het technische element van de Landing Zone. Denk vooraf na over de inzet van policies, monitoring, cost management en identity. Om controle te krijgen en behouden moet je ook de zogenaamde primitives niet vergeten. Daaronder valt de naam conventie, subscription design, resource groups en de eventuele inzet van management groups.
Zoals je ziet zijn er enorm veel keuzes te maken, bepaal daarom als altijd eerste de scope en het doel van de Landing Zone.
Begin klein en schaal op
Nadat je een eerste Landing Zone hebt gemaakt is het zaak continue verbeteringen door te voeren, de refactoring fase. Binnen deze fase kan je inzetten op het gebruik van meer cloud native tools voor beheer en monitoring, centraal management middels Azure Lighthouse en resiliancy van de omgeving verbeteren door de failure modes in kaart te brengen. Zo kan het inzetten van meerdere instances en een Premium tier beter passen bij de workload en schaal je in Azure liever horizontaal dan verticaal. Mocht dev/test en productie nog niet seperaat zijn opgezet dan is dit de fase waarin je deze zaken gaat structureren. Ook is het zaak om de frontend (bijvoorbeeld een Web App), te scheiden van de backend zoals een Web API.
Infrastructuur als code
Als je nog niet veel ervaring hebt met Azure, is de Azure Portal een prachtige grafische omgeving waarin je kennis kan maken met alle mogelijkheden die geboden worden. Een Landing Zone word bij voorkeur in code gedefinieerd, er zijn meerdere manieren om resources die je in de Azure Portal hebt opgezet om te zetten naar Infrastructure as Code. Intercept biedt kosteloze Azure Fundementals workshops waarin we uitleggen hoe je dat kan doen.