Hiermee worden alleen de nodepools gepauzeerd. Dit heeft geen invloed op de kosten van andere resources zoals:
- Load balancers
- Openbare IP adressen
- Ingress controllers
Je migreert naar Azure, iedereen is enthousiast, vooral over Azure Kubernetes Service (AKS) – wie niet?
Maar dan komt de eerste factuur binnen... met een aantal schokkende verrassingen. Het leven is ineens niet meer zo rooskleurig.
Dit roept de vraag op: “Waarom kost AKS ons zoveel?”.
In dit artikel geven we tips en technieken waarmee je geld kunt besparen in AKS.
Leestijd 5 minuten Gepubliceerd: 19 september 2025
AKS biedt een gratis control plane en maakt het makkelijk om clusters op te zetten. Maar die eenvoud kan snel leiden tot hoge kosten. Kleine foutjes kunnen duizenden euro’s aan Azure consumptie opleveren.
Met deze 10 tips verlaag je je AKS-kosten:
Kies een VM-family, grootte en versie passend bij je workload. CPU-intensieve workloads → F-series, geheugenintensieve workloads → E- of M-series. Vergelijk ook versies en regio’s, want kosten verschillen.
AKS-nodes draaien als losse VM’s, dus kosten lopen door zolang ze aanstaan. Voor Dev/Test kun je het cluster stoppen buiten werktijden. Zo betaal je alleen voor de tijd dat het echt gebruikt wordt.
Alle VM’s in het cluster stoppen, inclusief control plane en worker nodes. Status wordt bewaard en bij starten herstelt het cluster automatisch.
Over het algemeen is het stoppen en starten van het cluster een noodzakelijke maatregel om de levensvatbaarheid van Kubernetes te waarborgen, waarbij je op veel AKS-clusters gemakkelijk snel besparingen kunt realiseren.
Je hoeft niet altijd het hele cluster (inclusief control plane) te stoppen. Je kunt ook alleen user node pools stoppen en starten. System node pools moeten altijd actief blijven.
Voorbeeld via CLI:
az aks nodepool stop --resource-group myResourceGroup --cluster-name myAKSCluster --nodepool-name testnodepool
az aks nodepool start --resource-group myResourceGroup --cluster-name myAKSCluster --nodepool-name testnodepool
Of gebruik de Azure Portal en klik op Stop bij de gewenste node pool.
Elke node pool in een AKS-cluster kan apart worden geschaald. Minder belasting? Dan worden VM’s automatisch verwijderd. Dat scheelt direct kosten, omdat je alleen betaalt voor de actieve VM’s in de node pool.
Handmatig nodes bij- of afschalen is onhandig. Gebruik daarom autoscaling met deze twee componenten:
Samen zorgen ze dat je cluster meegroeit bij pieken en weer krimpt bij rustige periodes, zodat je alleen betaalt wat je echt nodig hebt.
Door CPU- en memory-requests en limits slim in te stellen, benut je je nodes beter, ook wel bekend als “bin packing”.
Te ruim ingesteld = verspilling. Te krap ingesteld = throttling of crashes. Een goede balans bespaart geld.
VPA past requests en limits automatisch aan op basis van gebruik. Zo blijven je workloads efficiënt zonder handmatig bij te werken.
Je kunt HPA en VPA samen gebruiken, maar niet op dezelfde metrics (CPU/geheugen). Anders werken ze elkaar tegen.
Gebruik ze complementair voor slim horizontaal én verticaal schalen.
Je kunt VPA ook in off-modus laten staan voor alleen aanbevelingen, terwijl HPA horizontaal schaalt op basis van CPU-gebruik.
Naast HPA en VPA is er nog een autoscaler in AKS: KEDA – Kubernetes Event-Driven Autoscaling.
KEDA schaalt applicaties dynamisch op basis van events en data uit Azure-services, wat kosten bespaart en resources efficiënt inzet.

Voorbeelden:
Hoe het werkt:
KEDA kan niet alleen Deployments schalen, maar ook StatefulSets, Jobs en custom resources. Dit geeft je flexibele en kostenefficiënte autoscaling.
Nieuwe resources aanmaken in AKS is simpel, maar vergeten opruimen net zo. Ongebruikte resources kunnen ongemerkt je Azure-rekening opblazen, zoals:
Wat helpt:
Alles wat je niet ziet, kost uiteindelijk geld.
We hebben behandeld hoe je verschillende optimalisatie tips en technieken kunt gebruiken om je AKS kosten te verlagen (zoals het kiezen van de juiste VM-groottes).
Hoe meer je gebruikmaakt van autoscaling om de juiste capaciteit te bepalen, hoe efficiënter je kunt binnen en kosten kunt besparen. Uiteindelijk hangt de keuze voor een bepaalde methode waarschijnlijk af van je eigen applicatie en wat je organisatie nodig heeft.